maandag 18 december 2017

Maannachten: de sterke vrouw achter de schilder


Joséphine Fesser-Borrhée, geboren in 1819, groeide op in Namen. Na de dood van haar vader verhuisde ze met haar moeder naar Den Bosch. Als vrijheidslievende twintiger vertrok ze naar het bruisende Parijs. Hier gaf ze tekenlessen aan een internaat, daarnaast schilderde ze zelf. Al na 2 jaar was ze getrouwd met Alexandre Fesser, een populaire kok, waar ze na een avondje stappen mee in bed belandde. Ze werd zwanger, ze trouwden en ze kregen een zoon. Al snel bleek dat dit niet haar grote liefde was en ze mistte haar oude leventje, haar vrienden van de kunstacademie en het internaat waar ze tekenlessen gaf. Toen Alexandre een mooi aanbod kreeg van een graaf om als kok op zijn landgoed te komen wonen vertrok hij, waarbij hij, op zijn dringend verzoek, hun zoon Jules mee mocht nemen, waarbij ze (vooral in het begin) vaak naar haar toe kwamen.
Joséphine was dus weer vrij en in de zomer van 1860 bracht ze een bezoek aan een kunsthandelaar. Al meerdere keren waren haar de werken van de Hollandse kunstschilder Johan Barthold Jongkind opgevallen (oa ‘Maannacht’) en die zomer ontmoette ze dus de bewuste schilder.
Vanaf die ontmoeting speelt het verhaal over het leven van deze Hollandse meester, de wegbereider van het impressionisme. Monet noemde hem zijn leermeester, terwijl Manet hem als de vader van alle landschapsschilders beschouwde.
Dit is het verhaal van de sterke vrouw achter de schilder zonder wie wij misschien nooit gehoord hadden van Johan B. Jongkind.

Hebban Leesclub recensie: Wietske Boonstra

Geen opmerkingen:

Een reactie posten